Stereo microfoontechnieken

Zoals hier wordt besproken, heeft elke microfoon zo zijn eigen sound. Als je wat meer ervaring hebt met opnemen leer je de sound van de verschillende microfoons kennen. En dan weet je dus precies welke lekker klinkt op een beetje een doffe akoestische gitaar. Of op een net wat te helder klinkende stem.

Om je op weg te helpen hebben we binnenkort op AudioKickstart.com een overzicht hoe je een bijvoorbeeld gitaar, piano of drums opneemt en welke microfoon daar het beste geschikt voor is. Daar kijken we ook meteen hoe je ‘m neerzet voor dat instrument.

Maar sommige instrumenten neem je liever in stereo op. Een piano bijvoorbeeld. Of een akoestische gitaar. En daarvoor heb je speciale stereo microfoon technieken. Hieronder de meest bekende stereo microfoontechnieken.

AB techniek en de 3:1 regel

De AB techniek gebruikt twee cardioid microfoons parallel aan elkaar. Gebruik twee keer dezelfde mic (zelfde type, zelfde merk, dat geldt overigens voor bijna alle stereo microfoontechnieken op de MS techniek na, zie hieronder). Anders kan het onnatuurlijk gaan klinken omdat links qua klankkleur echt heel anders klinkt dan rechts. Belangrijk om bij stereo microfoontechnieken rekening mee te houden, is fase. Zoals je in de audiotheorie tutorial kunt lezen, komen reflecties van het geluid op verschillende tijden aan bij de verschillende microfoons. Dit zorgt voor faseverschillen. Dit maakt in de basis dat iets überhaupt stereo klinkt. Maar die fase kan er ook voor zorgen dat het geluid heel anders (lees lelijk) gaat klinken.

Om dat te voorkomen, zou er de zogenaamde ‘3:1’ regel zijn. Als de afstand tussen het instrument en de microfoon bijvoorbeeld 60 cm is, moet de afstand tussen de microfoons onderling 3x zoveel zijn, dus 180cm. Dit zou veel faseproblemen voorkomen. In de praktijk heb ik alleen gemerkt dat het niet zoveel met elkaar te maken heeft. Deze regel heeft meer met overspraak te maken: Als je twee verschillende instrumenten naast elkaar opneemt, dan zorgt de 3:1 regel ervoor dat de microfoon van het ene instrument niet teveel van het andere oppikt. Maar als je met de AB stereo microfoontechniek hetzelfde instrument opneemt, kun je deze regel negeren, of gebruiken als een soort ‘startpunt’: plaats de microfoons om te beginnen zo dat ze aan de 3:1 regel voldoen, maar ga daarna zeker schuiven om te kijken of deze regel breken een betere sound oplevert.

De sound van de AB-techniek is open en breed, maar de definitie en lokalisatie van het geluid is minder gefocust vergeleken met andere stereo microfoontechnieken.

XY-techniek

Deze techniek gebruikt twee dezelfde cardioid microfoons net boven elkaar, in een hoek van ongeveer 90 graden.

Experimenteer een beetje met die hoek, soms werkt pak ‘m beet 120 graden beter bij bepaalde microfoons. Omdat de twee microfoons bij elkaar staan, heb je vrijwel geen verschillen in tijd waarop het geluid bij de ene mic of bij de andere mic aankomt. Hierdoor heb je ook minder faseverschillen. Dit zorgt ervoor dat het geluid niet zo ‘spacy’ is als bijvoorbeeld bij AB, maar je hebt ook veel minder gedoe met faseproblemen.

De sound van deze techniek is niet zo breed, maar wel mooi gedefinieerd en je kunt het geluid goed lokaliseren in het stereobeeld. Met andere woorden: de plaatsing is heel duidelijk, maar het klinkt wat minder breed.

ORTF Techniek

De ORTF techniek is bedacht door de Franse omroep (Office de Radiodiffusion & Television Francaise). Eigenlijk een beetje een combinatie tussen XY en AB techniek.

Twee cardiod microfoons worden in een hoek van 110 graden op een afstand van 17 centimeter van elkaar op deze manier neergezet. En ja, 115,8 graden en 15,45 centimeter zal ook best prima klinken. 😉

Deze techniek gebruik ik zelf regelmatig, bijvoorbeeld voor akoestische gitaar. Je hebt een mooi breed stereobeeld, maar toch ook goede definitie en plaatsing.

MS-techniek (Mid-Side techniek)

Deze techniek is wat technischer om op te zetten. Het is namelijk eigenlijk geen echte stereo microfoontechniek. We gebruiken een trucje om de opname later in de mix stereo te laten klinken in plaats van echt in stereo op te nemen.

De techniek maakt gebruik van twee microfoons boven elkaar geplaatst. Een cardioid microfoon die direct op het instrument gericht is (bovenste microfoon in het plaatje hieronder), en daaronder een microfoon met een figure-8 gevoeligheid die naar links en rechts gericht is (onderste microfoon in het plaatje). Je hebt hier dus een microfoon voor nodig die je kunt schakelen naar een figure-8 richtingsgevoeligheid. Zie deze tutorial als je daar alles over wilt weten. Daarnaast is het bij deze microfoontechniek dus wel prima om twee verschillende microfoons te gebruiken, het hoeft niet per se twee keer precies hetzelfde merk/type mic te zijn, zo lang er eentje maar een cardioid gevoeligheid heeft en de andere figure-8.

De cardioid microfoon pikt nu veel direct geluid op van het instrument, terwijl de figure-8 microfoon juist veel van de reflecties en de ruimte opvangt.

Ok, in de mix gaan we zorgen dat de microfoons samen een breed stereobeeld geven. Dit doen we als volgt:

  • Zet de cardioid microfoonopname (bovenste mic) op kanaal 1. Zorg dat de panning van de microfoon in het midden is. 
  • Zet de opname van de figure-8 microfoon (onderste mic) op kanaal 2 en pan dit kanaal volledig naar links.
  • Kopieer dit kanaal naar kanaal 3 en pan dit kanaal volledig naar rechts. Zorg dat de audio niet verschuift: dit moet op kanaal 2 en 3 precies hetzelfde zijn en precies onder elkaar liggen.
  • Zorg er nu in je audio software voor dat je de fase van kanaal 3 180 graden draait. In het effecten menu van de meeste audio software vind je een mogelijkheid om dit te doen. Soms heet de optie ‘Invert’, soms ‘Phase Reverse’. Soms kan je het ook per kanaal op de mixer van je audioprogramma regelen. Of via een plug-in. Zoek naar een knopje met een “Ø” tekentje: hiermee draai je de fase 180 graden.
  • Fase is een bijzonder fenomeen. Zet kanaal 1 maar eens op mute en pan kanaal 2 en 3 allebei naar het midden nadat je de fase van kanaal 3 hebt gedraaid. Je zult merken dat het geluid nu (bijna) helemaal wegvalt. Dit komt omdat kanaal 2 en 3 elkaar nu opheffen. Om dit te begrijpen, lees dit stukje even goed door. Dit maakt sowieso dat je deze microfoontechniek wat beter begrijpt! 🙂 
  • Zorg ervoor dat het level van kanaal 2 en 3 precies gelijk blijft. Dus als je kanaal 3 harder zet, zet kanaal 4 dan precies even hard. Link/group de kanalen in je audiosoftware om het makkelijk te houden, zo kun je ze namelijk gewoon met 1 fader bedienen.
  • Zoek een mooie balans tussen kanaal 1 (de cardioid microfoon, het directe geluid) en kanaal 2 + 3 (de figure-8 microfoon, het indirecte geluid). Door te spelen met het volume van de kanalen heb je heel veel controle over hoe breed het geluid klinkt. Hoe zachter je kanaal 2 + 3 zet ten opzichte van kanaal 1, hoe meer mono het geluid is. En andersom. Maar er zal altijd een verhouding tussen alle drie de kanalen moeten zijn voor een evenwichtig geluid. Als je kanaal 1 niet gebruikt, kan het geluid dus helemaal wegvallen als je het in mono (beide kanalen in het midden) beluistert, zoals we hierboven al zagen.

 

Combinaties

Je hebt naast deze vier basistechnieken allerlei combinaties. De Blumlein techniek is hetzelfde als de XY-techniek, maar dan met microfoons met een figure-8 gevoeligheid. Hierdoor neem je meer van de ruimte op en klinkt het…ja, ruimtelijker.

De ‘Faukner configuratie’ gebruikt een soort AB techniek (twee microfoons parallel aan elkaar), maar dan op een afstand van 20 centimeter van elkaar en de gevoeligheid van de microfoon is hier ook op figure-8 gezet.

Vragen? Opmerkingen? Mail me via gijs@audiokickstart.com!

Meer audio tutorials?

Meer audio tutorials?